Het schilderij

In 2011 is mijn oom Arie op 96-jarige leeftijd overleden. Eigenlijk was hij geen oom en heette ook niet Arie. Dat zit zo:
Arend was een neef van mijn moeder die, omdat zijn moeder kort na de bevalling was overleden, in het gezin van mijn opa en oma van moeders kant werd opgenomen. Mijn moeder, die toen drie was, kreeg er dus opeens een ‘broertje’ bij. Omdat mijn moeder al een broer had die Arend heette, werd de baby Arie genoemd. En die naam heeft hij in onze familie zijn hele leven gehouden.
 
Oom Arie heeft tijdens zijn werkzame leven een paar keer een carrièreswitch gemaakt: hij begon als typograaf, werd vervolgens koster van de Grote Kerk in Leeuwarden, waarna hij 26 jaar directeur was van De Hofwijck in Leeuwarden, een woonzorgcentrum, in die tijd nog bejaardencentrum genoemd.
Hij was een leuke oom, met een enorm gevoel voor humor.
 
Na het overlijden van mijn ouders, ooms en tantes, was hij binnen mijn familie de laatste van zijn generatie.
Vooral in die tijd gingen we regelmatig bij hem op bezoek in het appartement in Heerenveen, waar hij na het overlijden van zijn vrouw tot op hoge leeftijd zelfstandig heeft gewoond. 
Na zijn pensioneren was zijn hobby schilderen. Een aantal van zijn werken hing in de woonkamer van zijn appartement. Eén ervan, de kerkdienst was onze favoriet.
 
Na oom Arie’s overlijden belde zijn zoon Henk of wij nog een persoonlijke herinnering aan zijn vader wilden hebben. Ja natuurlijk wilden we dat: hét schilderij. Hij zou zorgen dat we dat kregen. Waar later helaas een stokje voor werd gestoken door kleinkinderen van onze oom. 

Gelukkig had ik tijdens een van onze bezoeken aan Heerenveen een paar foto’s gemaakt van het schilderij. Daar had ik verder niets mee gedaan, ze stonden ergens tussen de tienduizenden foto’s van mijn digitale fotoverzameling. 

De afgelopen weken waren Tineke en ik druk met de teksten voor het programmablad van Leeftocht, een project van Tineke’s PKN. We hadden daarbij een foto nodig van een kerkdienst. Zou die foto van dat schilderij van oom Arie daarvoor niet geschikt zijn? Ja dus. 
Toen bedachten we, dat we die foto natuurlijk best op posterformaat konden afdrukken. Vanmiddag hebben we hem gekregen: 40×60 cm. We moeten hem nog opplakken en er een lijstje omheen maken, maar we hebben na zeven jaar toch nog ‘ons’ schilderij, dat we een mooi plaatsje in ons huis geven.
 
En mocht de schilder meekijken, dan zeggen we: ‘Oom Arie, we hebben hem!’ 
 
 
 
 
 
 
Ik heb ooit een verhaal geschreven over de bewogen jeugd van Arend Brul, hier te lezen.